TINFO-Paard nummer 3 juli 2021
Angst voor de dierenarts bij paarden-Verlagen stress en verhogen veiligheid bij dierenarts
Door Arlène Jansen, Tinley-gedragstherapeut voor paarden

Paardendierenarts gevaarlijkste beroep
Uit onderzoek in Engeland blijkt dat paardendierenartsen een hoog percentage arbeidsongevallen ervaren (zelfs meer dan brandweermannen). Het gedrag van het paard wordt vaak als belangrijke oorzaak genoemd. Tijdens de beroepsloopbaan loopt een paardenarts gemiddeld 7 à 8 keer arbeidsgerelateerde blessures op. Een groot deel van deze blessures zorgt voor blijvende pijn/ongemak en/of mobiliteitsbeperkingen. De meest voorkomende ernstige verwondingen waren aan het been en het hoofd van de dierenarts, met als belangrijkste oorzaak een schop met het achterbeen van het paard.
Zuinig zijn op paardendierenartsen
Dierenartsen hebben een belangrijke rol in het borgen van publieke waarden als dierenwelzijn, diergezondheid, volksgezondheid en voedselveiligheid. In Nederland waren er in 2020 8.657 geregistreerde dierenartsen bij het CIBG Diergeneeskunderegister waarvan 44% fulltime en 56% parttime werkt. De bruikbaarheid van de CIBG cijfers is beperkt omdat uitstroom niet altijd goed wordt geregistreerd en koppeling met andere (persoons)registers niet altijd sluitend is. De grootste groep dierenartsen is werkzaam in de gezelschapsdierensector. Bij de Stichting Paard staan 205 paardendierenartsen geregistreerd, daarnaast zijn er ook dierenartsen die niet als paardendierenarts geregistreerd zijn, die (incidenteel) paarden behandelen. In Nederland zijn er zo’n 450.000 (?) paarden (ook hier geen exacte aantallen bekend). Het aantal beschikbare paardendierenartsen, de risicofactoren van het vak en andere belastende factoren (zoals werkdruk) geeft in combinatie met het aantal paarden reden om extra zuinig te zijn op ‘onze’ paardendierenartsen.
Promotie-onderzoek invloed veterinaire zorg paarden
Een vierjarig (2016-2020) promotie-onderzoek1) van Gemma Pearson was gericht op het ontwikkelen van meer inzicht in hoe veterinaire zorg het welzijn van paarden beïnvloedt, hoe deze kan worden geoptimaliseerd en of bepaalde interventies minder stressvol en/of potentieel veiliger kunnen zijn dan de traditionele methoden die worden gebruikt binnen de veterinaire context.
‘Lastige’ paarden
De meeste dierenartsen zullen zeer frequent (wekelijks) paarden moeten behandelen die ze gedragsmatig als moeilijk/lastig ervaren. De meest populaire methoden om met ongewenst gedrag om te gaan zijn het gebruik van sedatie en de praam, maar ook fixatie (klemzetten van het paard) en andere middelen worden gebruikt. Het gebruik van gedragstraining, of het slim inzetten van leerprincipes wordt zelden tot nooit ingezet. Meest voorkomende ongewenste gedragingen:
1 Niet meewerken (doorduwen/ruw/ongehoorzaam);
2 Niet stilstaan;
3 Angstig voor injecties;
4 Angstig voor aanrakingen van het hoofd (kopschuw);
5 Slaan met het achterbeen;
6 Slaan met het voorbeen;
7 Bijten.
Opvallende situaties die paarden stress bezorgen
Enkele opvallende situaties die paarden stress bezorgen zijn bijvoorbeeld het wegen van het paard, het schrobben van de huid (voorbereiding onderzoek/operatie), maar ook bijvoorbeeld het passeren van andere paarden bij de stal en het betreden van een onderzoeksruimte. Behalve deze punten zijn er de logische situaties zoals de pijnlijke behandelingen zoals zenuwverdovingen of injecties die voor extra stress en angst zorgen.
Opvallend verschil in uiten van stress
Er is een groot verschil tussen paarden onderling hoe de stress geuit wordt. Het extravertere paard dat duidelijk herkenbare stressgerelateerde bewegingen vertoont wordt vaak goed herkend. Het introvertere paard dat netjes stil blijft staan kan net zo veel stress ervaren als het extrovertere paard, maar dat wordt vaak niet goed herkend. Juist bij dit ‘type’ paarden zijn risico’s op (ogenschijnlijk) plotselinge escalatie. In het promotie-onderzoek wordt met zorgvuldig samengestelde gedragsparameters stressgerelateerd gedrag bij het extravertere maar juist ook het introvertere paard beter in beeld gebracht (grootte in gedrag).
Kleine aanpassingen, groot effect
In het promotieonderzoek zijn testen gedaan door gebruik te maken van bijvoorbeeld klassieke herconditionering (met inzet van voer) en andere kleine aanpassingen. Het onderzoek is gedaan op één locatie (paardenkliniek). De resultaten zijn goed en suggereren dat aanpassingen de mate van stress die een paard ervaart tijdens veterinaire interventies kunnen verminderen en op hun beurt het risico voor de dierenarts en de paarden begeleider verminderen.
Tip voor paardendierenartsen en paardenklinieken
Het promotieonderzoek en andere wetenschappelijke onderzoeken zijn noodzakelijk om op feiten gebaseerde informatie te kunnen genereren. Deze informatie kan vervolgens worden verspreid onder paardendierenartsen, zodat zowel het welzijn van de paarden als de veiligheid van de aanwezige mensen kan verbeteren. Voor een gedragstherapeut voor paarden zijn de toegepaste technieken en een gedetailleerde gedragsanalyse onderdeel van het dagelijkse werk. De kennis om inzicht in de situatie te krijgen om stress en angst bij paarden te kunnen verlagen is aanwezig bij (ervaren/geaccrediteerde) gedragstherapeuten. Hoe mooi zou het zijn als we in Nederland gaan samenwerken en verschillende expertises combineren? Een minder gespannen of angstig paard zorgt dat u uw werk als dierenarts beter en veiliger kunt uitvoeren.
Heeft u interesse in een dierenartstraining (voor uw klanten) of een workshop of praktijkanalyse voor u en uw medewerkers? Wilt u stress en angst bij paarden verlagen en de veiligheid voor de dierenarts verhogen? Neem dan contact op met een opgeleide, ervaren en geaccrediteerde gedragstherapeut.
Tip voor paardeneigenaren
Belangrijkste tip is om te zorgen voor een goede basistraining van je paard. Je paard zou een aantal basisvaardigheden moeten hebben geleerd zodat het welzijn van je paard én de dierenarts gewaarborgd blijft. Denk daarbij aan basisvaardigheden als:
Wees zuinig op je dierenarts!
Enkele gebruikte referenties:
Uit onderzoek in Engeland blijkt dat paardendierenartsen een hoog percentage arbeidsongevallen ervaren (zelfs meer dan brandweermannen). Het gedrag van het paard wordt vaak als belangrijke oorzaak genoemd. Tijdens de beroepsloopbaan loopt een paardenarts gemiddeld 7 à 8 keer arbeidsgerelateerde blessures op. Een groot deel van deze blessures zorgt voor blijvende pijn/ongemak en/of mobiliteitsbeperkingen. De meest voorkomende ernstige verwondingen waren aan het been en het hoofd van de dierenarts, met als belangrijkste oorzaak een schop met het achterbeen van het paard.
Zuinig zijn op paardendierenartsen
Dierenartsen hebben een belangrijke rol in het borgen van publieke waarden als dierenwelzijn, diergezondheid, volksgezondheid en voedselveiligheid. In Nederland waren er in 2020 8.657 geregistreerde dierenartsen bij het CIBG Diergeneeskunderegister waarvan 44% fulltime en 56% parttime werkt. De bruikbaarheid van de CIBG cijfers is beperkt omdat uitstroom niet altijd goed wordt geregistreerd en koppeling met andere (persoons)registers niet altijd sluitend is. De grootste groep dierenartsen is werkzaam in de gezelschapsdierensector. Bij de Stichting Paard staan 205 paardendierenartsen geregistreerd, daarnaast zijn er ook dierenartsen die niet als paardendierenarts geregistreerd zijn, die (incidenteel) paarden behandelen. In Nederland zijn er zo’n 450.000 (?) paarden (ook hier geen exacte aantallen bekend). Het aantal beschikbare paardendierenartsen, de risicofactoren van het vak en andere belastende factoren (zoals werkdruk) geeft in combinatie met het aantal paarden reden om extra zuinig te zijn op ‘onze’ paardendierenartsen.
Promotie-onderzoek invloed veterinaire zorg paarden
Een vierjarig (2016-2020) promotie-onderzoek1) van Gemma Pearson was gericht op het ontwikkelen van meer inzicht in hoe veterinaire zorg het welzijn van paarden beïnvloedt, hoe deze kan worden geoptimaliseerd en of bepaalde interventies minder stressvol en/of potentieel veiliger kunnen zijn dan de traditionele methoden die worden gebruikt binnen de veterinaire context.
‘Lastige’ paarden
De meeste dierenartsen zullen zeer frequent (wekelijks) paarden moeten behandelen die ze gedragsmatig als moeilijk/lastig ervaren. De meest populaire methoden om met ongewenst gedrag om te gaan zijn het gebruik van sedatie en de praam, maar ook fixatie (klemzetten van het paard) en andere middelen worden gebruikt. Het gebruik van gedragstraining, of het slim inzetten van leerprincipes wordt zelden tot nooit ingezet. Meest voorkomende ongewenste gedragingen:
1 Niet meewerken (doorduwen/ruw/ongehoorzaam);
2 Niet stilstaan;
3 Angstig voor injecties;
4 Angstig voor aanrakingen van het hoofd (kopschuw);
5 Slaan met het achterbeen;
6 Slaan met het voorbeen;
7 Bijten.
Opvallende situaties die paarden stress bezorgen
Enkele opvallende situaties die paarden stress bezorgen zijn bijvoorbeeld het wegen van het paard, het schrobben van de huid (voorbereiding onderzoek/operatie), maar ook bijvoorbeeld het passeren van andere paarden bij de stal en het betreden van een onderzoeksruimte. Behalve deze punten zijn er de logische situaties zoals de pijnlijke behandelingen zoals zenuwverdovingen of injecties die voor extra stress en angst zorgen.
Opvallend verschil in uiten van stress
Er is een groot verschil tussen paarden onderling hoe de stress geuit wordt. Het extravertere paard dat duidelijk herkenbare stressgerelateerde bewegingen vertoont wordt vaak goed herkend. Het introvertere paard dat netjes stil blijft staan kan net zo veel stress ervaren als het extrovertere paard, maar dat wordt vaak niet goed herkend. Juist bij dit ‘type’ paarden zijn risico’s op (ogenschijnlijk) plotselinge escalatie. In het promotie-onderzoek wordt met zorgvuldig samengestelde gedragsparameters stressgerelateerd gedrag bij het extravertere maar juist ook het introvertere paard beter in beeld gebracht (grootte in gedrag).
Kleine aanpassingen, groot effect
In het promotieonderzoek zijn testen gedaan door gebruik te maken van bijvoorbeeld klassieke herconditionering (met inzet van voer) en andere kleine aanpassingen. Het onderzoek is gedaan op één locatie (paardenkliniek). De resultaten zijn goed en suggereren dat aanpassingen de mate van stress die een paard ervaart tijdens veterinaire interventies kunnen verminderen en op hun beurt het risico voor de dierenarts en de paarden begeleider verminderen.
Tip voor paardendierenartsen en paardenklinieken
Het promotieonderzoek en andere wetenschappelijke onderzoeken zijn noodzakelijk om op feiten gebaseerde informatie te kunnen genereren. Deze informatie kan vervolgens worden verspreid onder paardendierenartsen, zodat zowel het welzijn van de paarden als de veiligheid van de aanwezige mensen kan verbeteren. Voor een gedragstherapeut voor paarden zijn de toegepaste technieken en een gedetailleerde gedragsanalyse onderdeel van het dagelijkse werk. De kennis om inzicht in de situatie te krijgen om stress en angst bij paarden te kunnen verlagen is aanwezig bij (ervaren/geaccrediteerde) gedragstherapeuten. Hoe mooi zou het zijn als we in Nederland gaan samenwerken en verschillende expertises combineren? Een minder gespannen of angstig paard zorgt dat u uw werk als dierenarts beter en veiliger kunt uitvoeren.
Heeft u interesse in een dierenartstraining (voor uw klanten) of een workshop of praktijkanalyse voor u en uw medewerkers? Wilt u stress en angst bij paarden verlagen en de veiligheid voor de dierenarts verhogen? Neem dan contact op met een opgeleide, ervaren en geaccrediteerde gedragstherapeut.
Tip voor paardeneigenaren
Belangrijkste tip is om te zorgen voor een goede basistraining van je paard. Je paard zou een aantal basisvaardigheden moeten hebben geleerd zodat het welzijn van je paard én de dierenarts gewaarborgd blijft. Denk daarbij aan basisvaardigheden als:
- Netjes mee kunnen lopen aan het halster;
- Enige tijd kalm stil kunnen blijven staan;
- Probleemloos overal kunnen worden aangeraakt;
- Probleemloos het optillen van de lippen ondergaan (onderzoek mond);
- Eenvoudig op commando de voeten op kunnen tillen.
Wees zuinig op je dierenarts!
Enkele gebruikte referenties:
- Stress in equids undergoing veterinary care and the development on interventions that positively influence the horse’s experience. Gemma Pearson BVMS Cert AVP (EM) MSc(R) CCAB MRCVS | Prof. Natalie Waran | Dr Richard Reardon | Prof Cathy Dwyer | Dr John Keen
- Webinar APBC Association of pet behaviour counselors 08-06-2021
Low stress equine veterinary care with Gemma Pearson | Gemma Pearson
Problemen aan de hand? Niet opstijgen!
samenvatting van dit onderzoek door Hester Stasse, gedragstherapeut en -trainer paard bij Very Important Horse.

Paardrijden staat bekend als een risicosport. Uit een onderzoek van Consument en Veiligheid uit 2007 bleek dat in Nederland jaarlijks gemiddeld 34.000 blessures ontstaan tijdens het paardrijden. Hiervan is 13% ernstig, wat betekent dat de ruiter na behandeling in het ziekenhuis moest blijven, of aan zijn verwondingen overleed. De paarden zelf worden bij zulke ongelukken vaak onterecht hard aangepakt, zeker als ze al bekend staan als “probleempaard”. Hoe zou het zijn als je al voordat je opsteeg wist dat het risico dat een paard zou kunnen gaan bokken, steigeren of op hol slaan groot was? Dan zou je zowel doden en gewonden kunnen voorkomen als het paardenwelzijn vergroten. Onderzoekers van de Universiteit van Sydney, Australië, ontdekten een link tussen het gedrag aan de hand en onder het zadel.
Oorzaken van ongewenst gedrag en ongelukken
Ongewenst gedrag kan veel uiteenlopende oorzaken hebben. Pijn, stress en angst, temperament en (hyper-)gevoeligheid, onduidelijke communicatie tussen paard en ruiter, tegenstrijdige motivaties, tekortkomingen in de natuurlijke behoeften, overmatig enthousiasme en aangeleerd gedrag zijn hierbij de meest voorkomende. In veel situaties reageren paarden zoals ze dat in de natuur zouden doen om aan roofdieren of andere bedreigende situaties te ontkomen, namelijk door te vluchten, te steigeren en/of te bokken.
Uit onderzoek is gebleken dat de meeste ongelukken gebeuren tijdens het rijden en dat zo’n 54 tot 79% daarvan te maken heeft met een val. Een paard dat zich in de ogen van zijn amazone of ruiter misdraagt, wordt vaak gestraft in de hoop dat het ongewenste gedrag ophoudt. Alleen zorgt die straf er vaak juist voor dat het gedrag erger wordt, zeker als het straffen gebeurt met overmatig veel geweld.
Achtergrond bij het onderzoek
Wetenschappers van de Universiteit van Sydney zetten een wereldwijde enquête op om paardengedrag aan de hand en onder het zadel in kaart te brengen, de E-BARQ (Equine Behaviour Assessment and Research Questionnaire, www.e-barq.org). Uit eerder onderzoek bleek dat paarden die op hol slaan slecht reageren op signalen om af te remmen. Bokt een paard, dan reageert hij meestal niet of nauwelijks op signalen om te versnellen, maar ook niet om af te remmen. Ditzelfde is het geval bij steigergedrag, alleen blijkt bij dit gedrag ook dat paarden slecht reageren op signalen om te wenden. De wetenschappers verwachtten daarom dat paarden vergelijkbare problemen zouden laten zien aan de hand als wanneer ze bereden werden en dit bleek te kloppen.
Door de jaren heen hebben verschillende onderzoekers aangetoond dat bokken, steigeren en vluchtgedrag vaak te maken heeft met pijn in bijvoorbeeld de rug. Door pijn kan een paard ook (dreigen om te) bijten of zijn berijder afwerpen. Leert het paard dat de pijn afneemt of dat hij pijn of een bepaalde situatie kan vermijden, dan kan hij bij de volgende confrontatie met zo’n situatie hetzelfde gedrag gaan vertonen. Na een paar herhalingen kan hij dit gedrag ook in andere situaties laten zien, bijvoorbeeld tijdens het rijden. Dus als probleemgedrag aan de hand een voorspeller zou zijn voor probleemgedrag onder het zadel, dan zou dat heel wat ongelukken en onnodig straffen kunnen voorkomen.
Probleemgedrag aan de hand voorspelt probleemgedrag onder het zadel
Uit analyse van de 1.584 antwoorden over gedrag tijdens het rijden bleek een duidelijk verband tussen probleemgedrag aan de hand en probleemgedrag onder het zadel. Zo waren paarden minder snel geneigd om op hol te slaan als ze zich op hun gemak voelden in nabijheid van andere paarden en bij andere diersoorten zoals honden of koeien, ze goed geleid konden worden en probleemloos konden vast staan. Paarden die goed konden omgaan met het gezelschap van andere dieren gingen minder snel steigeren. Paarden die problemen hadden met trailerladen bleken tijdens het paardrijden sneller op hol te slaan en/of te steigeren. Bokken nam toe als ze zich minder op hun gemak voelden in het gezelschap van andere paarden en van andere diersoorten, moeilijk te leiden waren, slecht vast konden staan, moeilijk het halster of hoofdstel omgedaan konden worden en moeilijk de trailer in gingen.
Conclusie: Zorg ervoor dat je paard braaf is op de grond voordat je gaat rijden
Niet onbelangrijk: uit de resultaten bleek dat het omgekeerde ook het geval was. Paarden die braaf waren aan de hand lieten dus geen ongewenst gedrag zien onder het zadel. Vandaar dat de onderzoekers het extra belangrijk achtten voor de veiligheid van amazones, ruiters en trainers dat ze eerst aan de hand alle puntjes op de “i” te zetten en eventueel probleemgedrag oplossen, voordat ze gaan rijden. En omdat het paard door de goede voorbereiding een stuk braver zal zijn, krijgt hij ook geen slechte naam met de bijbehorende harde behandeling. Een win-win-situatie voor paard en mens, met andere woorden.
Noot van de gedragstherapeut en -trainer:
Mijn klanten vertel ik steevast dat alle tijd die ze naast hun paard investeren om hun paard ontspannen te laten omgaan met de verschillende uitdagingen die onze mensenwereld met zich meebrengt, zich terugverdient in het zadel. Ik vind het dan ook heel interessant om dit duidelijke verband tussen hoe paarden aan de hand en onder het zadel reageren bevestigd te zien. Wat ik wel interessant vond - en verschillende collega’s met mij - was dat in de enquête geen gevallen werden gevonden van paarden die braaf aan de hand waren maar wel ongewenst gedrag tijdens het rijden lieten zien. Mogelijk komt dat doordat de deelnemers aan de enquête al geïnteresseerd waren in equitation science en het verbeteren van probleemgedrag. Zulke gevallen zijn we namelijk wel degelijk tegengekomen in de praktijk. Hierbij bleek het soms te gaan om pijn of ongemak dat enkel tijdens het rijden optrad, of dat in het verleden het geval was geweest. Maar er waren ook gevallen waarin het paard het gedrag kennelijk alleen aan de context van bereden worden had gekoppeld. Soms zijn zulke situaties volledig vanaf de grond op te lossen, maar dat is niet altijd mogelijk zodat het toch (deels) onder het zadel zal moeten worden getraind om het gewenste resultaat te bereiken.
‘Associations between Owners’ Reports of Unwanted Ridden Behaviour and In-Hand Behaviour in Horses’
door Nicole Romness, Kate Fenner, Jessica McKenzie, Ashley Anzulewicz, Bibiana Burattini, Bethany Wilson en Paul McGreevy
zoals gepubliceerd in Animals 10(12):2431 (2020)
Oorzaken van ongewenst gedrag en ongelukken
Ongewenst gedrag kan veel uiteenlopende oorzaken hebben. Pijn, stress en angst, temperament en (hyper-)gevoeligheid, onduidelijke communicatie tussen paard en ruiter, tegenstrijdige motivaties, tekortkomingen in de natuurlijke behoeften, overmatig enthousiasme en aangeleerd gedrag zijn hierbij de meest voorkomende. In veel situaties reageren paarden zoals ze dat in de natuur zouden doen om aan roofdieren of andere bedreigende situaties te ontkomen, namelijk door te vluchten, te steigeren en/of te bokken.
Uit onderzoek is gebleken dat de meeste ongelukken gebeuren tijdens het rijden en dat zo’n 54 tot 79% daarvan te maken heeft met een val. Een paard dat zich in de ogen van zijn amazone of ruiter misdraagt, wordt vaak gestraft in de hoop dat het ongewenste gedrag ophoudt. Alleen zorgt die straf er vaak juist voor dat het gedrag erger wordt, zeker als het straffen gebeurt met overmatig veel geweld.
Achtergrond bij het onderzoek
Wetenschappers van de Universiteit van Sydney zetten een wereldwijde enquête op om paardengedrag aan de hand en onder het zadel in kaart te brengen, de E-BARQ (Equine Behaviour Assessment and Research Questionnaire, www.e-barq.org). Uit eerder onderzoek bleek dat paarden die op hol slaan slecht reageren op signalen om af te remmen. Bokt een paard, dan reageert hij meestal niet of nauwelijks op signalen om te versnellen, maar ook niet om af te remmen. Ditzelfde is het geval bij steigergedrag, alleen blijkt bij dit gedrag ook dat paarden slecht reageren op signalen om te wenden. De wetenschappers verwachtten daarom dat paarden vergelijkbare problemen zouden laten zien aan de hand als wanneer ze bereden werden en dit bleek te kloppen.
Door de jaren heen hebben verschillende onderzoekers aangetoond dat bokken, steigeren en vluchtgedrag vaak te maken heeft met pijn in bijvoorbeeld de rug. Door pijn kan een paard ook (dreigen om te) bijten of zijn berijder afwerpen. Leert het paard dat de pijn afneemt of dat hij pijn of een bepaalde situatie kan vermijden, dan kan hij bij de volgende confrontatie met zo’n situatie hetzelfde gedrag gaan vertonen. Na een paar herhalingen kan hij dit gedrag ook in andere situaties laten zien, bijvoorbeeld tijdens het rijden. Dus als probleemgedrag aan de hand een voorspeller zou zijn voor probleemgedrag onder het zadel, dan zou dat heel wat ongelukken en onnodig straffen kunnen voorkomen.
Probleemgedrag aan de hand voorspelt probleemgedrag onder het zadel
Uit analyse van de 1.584 antwoorden over gedrag tijdens het rijden bleek een duidelijk verband tussen probleemgedrag aan de hand en probleemgedrag onder het zadel. Zo waren paarden minder snel geneigd om op hol te slaan als ze zich op hun gemak voelden in nabijheid van andere paarden en bij andere diersoorten zoals honden of koeien, ze goed geleid konden worden en probleemloos konden vast staan. Paarden die goed konden omgaan met het gezelschap van andere dieren gingen minder snel steigeren. Paarden die problemen hadden met trailerladen bleken tijdens het paardrijden sneller op hol te slaan en/of te steigeren. Bokken nam toe als ze zich minder op hun gemak voelden in het gezelschap van andere paarden en van andere diersoorten, moeilijk te leiden waren, slecht vast konden staan, moeilijk het halster of hoofdstel omgedaan konden worden en moeilijk de trailer in gingen.
Conclusie: Zorg ervoor dat je paard braaf is op de grond voordat je gaat rijden
Niet onbelangrijk: uit de resultaten bleek dat het omgekeerde ook het geval was. Paarden die braaf waren aan de hand lieten dus geen ongewenst gedrag zien onder het zadel. Vandaar dat de onderzoekers het extra belangrijk achtten voor de veiligheid van amazones, ruiters en trainers dat ze eerst aan de hand alle puntjes op de “i” te zetten en eventueel probleemgedrag oplossen, voordat ze gaan rijden. En omdat het paard door de goede voorbereiding een stuk braver zal zijn, krijgt hij ook geen slechte naam met de bijbehorende harde behandeling. Een win-win-situatie voor paard en mens, met andere woorden.
Noot van de gedragstherapeut en -trainer:
Mijn klanten vertel ik steevast dat alle tijd die ze naast hun paard investeren om hun paard ontspannen te laten omgaan met de verschillende uitdagingen die onze mensenwereld met zich meebrengt, zich terugverdient in het zadel. Ik vind het dan ook heel interessant om dit duidelijke verband tussen hoe paarden aan de hand en onder het zadel reageren bevestigd te zien. Wat ik wel interessant vond - en verschillende collega’s met mij - was dat in de enquête geen gevallen werden gevonden van paarden die braaf aan de hand waren maar wel ongewenst gedrag tijdens het rijden lieten zien. Mogelijk komt dat doordat de deelnemers aan de enquête al geïnteresseerd waren in equitation science en het verbeteren van probleemgedrag. Zulke gevallen zijn we namelijk wel degelijk tegengekomen in de praktijk. Hierbij bleek het soms te gaan om pijn of ongemak dat enkel tijdens het rijden optrad, of dat in het verleden het geval was geweest. Maar er waren ook gevallen waarin het paard het gedrag kennelijk alleen aan de context van bereden worden had gekoppeld. Soms zijn zulke situaties volledig vanaf de grond op te lossen, maar dat is niet altijd mogelijk zodat het toch (deels) onder het zadel zal moeten worden getraind om het gewenste resultaat te bereiken.
‘Associations between Owners’ Reports of Unwanted Ridden Behaviour and In-Hand Behaviour in Horses’
door Nicole Romness, Kate Fenner, Jessica McKenzie, Ashley Anzulewicz, Bibiana Burattini, Bethany Wilson en Paul McGreevy
zoals gepubliceerd in Animals 10(12):2431 (2020)
Kalmerende signalen van paarden herkennen en toepassen-door drs. Rachaël Draaisma (Bloemendal Uitgevers, 2020)
boekbespreking door Willeke Adriaanse, Tinley-gedragstherapeut voor paarden

De basis van dit boek is de studie naar communicatieve signalen van paarden. Rachaël wil een bijdrage leveren aan een betere communicatie tussen paarden en mensen, om zo het welzijn van paarden te verbeteren. In dit boek beschrijft ze naast de kalmerende signalen, ook overspronggedragingen, stresssignalen en afstandsvergrotende signalen. Het onderzoek is wetenschappelijk opgezet; er is documentatie die haar conclusies bevestigen. Het is gebaseerd op gedomesticeerde paarden, die door hun gecontroleerde leefomgeving ander gedrag kunnen vertonen dan paarden die in het (semi)wild leven. De paarden in deze studie zijn allemaal in particulier bezit en variëren in leeftijd en ras.
1. De ontdekking van een taal
Door beeldmateriaal van paarden te maken en te analyseren, ontdekte Rachaël patronen in de signalen die paarden gebruiken. Wil je de communicatie van je paard analyseren, dan bekijk je de gehele situatie, je kijkt en luistert naar de hele context. De communicatie start met een startstimulus van de lichaamssignalen, je paard kan reageren op beweging, geluid of geur. Of op een combinatie daarvan. Paarden communiceren ook naar levenloze dingen, zoals een papiercontainer, of schaduwen en het loeien van een koe.
Rachaël plaatst de verschillende communicatiesignalen in groepen. Elke groep kalmerende signalen heeft zijn eigen assortiment aan signalen. De signalen die een paard in een bepaalde situatie laat zien, weerspiegelt zijn interne gesteldheid. De ervaring met een stimulus kan veranderen door persoonlijke groei en ervaringen die het paard opdoet in identieke situaties. Er is interactie als het paard een reactie krijgt op zijn signalen, de onderlinge communicatie is dan opgestart. Samen met de trigger start hiermee het communicatieve gedrag. Herkenning biedt de mogelijkheid je paard te begeleiden zodat je een hoge spanning en vecht- of vluchtgedrag kunt vermijden. Dit boek geeft je de handvatten om aan je paard te leren zien op welke stimuli hij reageert, zodat je hem helpt om de wereld waarin hij leeft aan te kunnen.
2. Kalmerende signalen
Het doel van kalmerende signalen is om te appeasen (beleefd te zijn) en daarmee een positief leefklimaat te krijgen of te behouden. Paarden leven van nature in kuddes en de communicatieve signalen en vaardigheden die ze gebruiken zorgen voor veiligheid. Daarnaast zorgen ze ook voor kalmering en een verlaging van de spanning bij het paard zelf. In dat geval lijkt het erop dat het paard geen interactie heeft met zijn omgeving.
In het boek benoemt Rachaël de 20 meest voorkomende kalmerende signalen. Paarden variëren hiermee en lijken persoonlijke voorkeuren te hebben in het gebruik van kalmerende signalen. Elk paard reageert op zijn eigen manier om met een situatie om te kunnen gaan.
Om de kalmerende signalen en de daarbij horende spanning in kaart te brengen, heeft Rachaël de communicatieladder ontwikkeld; hoe meer kalmerende signalen, hoe hoger de spanning. Als kalmerende signalen werken, kan het paard in de situatie blijven en kan het paard weer ontspannen.
Het paard zet overspronggedragingen in in situaties waarin hij spanning wil laten afvloeien, maar dat op dat moment niet kan omdat het belemmerd wordt of het gedrag niet past in de context. Het zijn gedragingen die worden ingezet voornamelijk gericht op het paard zelf, om de interne spanning af te laten vloeien.
3. Spanning schemert door kalmerende signalen
Rachaël benoemt twee soorten spanning:
* Acute stress: het paard ervaart een kort moment van spanning, waarvan hij herstelt;
* Chronische stress: het paard bevindt zich in een situatie die hem een langere periode spanning geeft waarvan hij niet herstelt.
Beide soorten spanning starten met een biologische reactie, de hersenen zenden signalen uit naar de bijnieren, die hormonen aanmaken. Het lichaam van het paard maakt zich klaar voor actie. De vervolgactie is dat het lichaam stoffen gaat maken die de eerste reactie stoppen, zodat het lichaam niet uitgeput raakt en kan herstellen van de spanning. Blijft de vervolgactie uit, dan komt het paard niet meer tot ontspanning met alle gevolgen van dien. Zoals een verhoogde kans dat het samenwerken met de mens moeilijker gaat, dat de drempel waarbij het paard angst ervaart lager wordt, en dat er fysieke problemen kunnen ontstaan.
Een paard heeft stimuli nodig om de hersenen positief te prikkelen en celvernieuwing te stimuleren in het geheugen, om geestelijk fit te blijven. Zoek hierin de juiste balans voor je paard en jezelf. Ook in dit deel van het boek bespreekt Rachaël de stresssignalen uitgebreid, met behulp van duidelijke voorbeelden en foto’s. Hoe intenser de schok of de vecht-/vluchtreactie is, hoe langer het herstel van het paard duurt.
4. Geen communicatie
Paarden kunnen om verschillende redenen niet (meer) communiceren met hun omgeving. De interesse voor de stimulus kan weg zijn of het paard kan gewoonten aangeleerd hebben die de plaats ingenomen hebben van de communicatiesignalen. Als reactie op de stimulus kan het paard in zichzelf keren of stereotiep gedrag gaan vertonen als het moeite heeft met een stimulus van buitenaf.
5. Toepassen van kalmerende signalen: hoe helpen we het paard?
In dit deel van het boek krijg je tips voor het gebruik van de kalmerende signalen. De tips zijn bedoeld voor iedereen die met paarden omgaat en ze beter wil leren begrijpen, begeleiden, socialiseren en opleiden. Kom je in een situatie waarin je paard fysiek ongemak ervaart, of in een situatie waarin jij of je paard angstig wordt, schakel dan een dierenarts of een gedragstherapeut in.
Noot van de gedragstherapeut:
Het begrip kalmerende signalen komt uit de hondenwereld en in dit boek worden deze signalen uitgewerkt voor paarden. Het vergt ervaring om de kalmerende signalen te leren herkennen. Is er altijd sprake van communicatie? Of is het kalmerende signaal een reactie op een andere gedraging? Is bijvoorbeeld het kauwen en likken een reactie na het drinken, of een reactie om zichzelf te kalmeren? Het meenemen van de context bij de interpretatie van een kalmerend signaal is nodig. Verder onderzoek kan meer bewijs opleveren, Rachaël geeft in haar boek aan dat haar studie voortdurend is.
Ik vind het een waardevol boek om te lezen, maar zeker ook als naslagwerk. Door in de huid van je paard te kruipen en door zijn ogen te kijken, leer je de signalen van je paard te ‘lezen’ en kun je voorkomen dat een situatie escaleert. Dit bevordert de samenwerking en de relatie tussen het paard en degene die met het paard omgaat. Het paard leert zijn omgeving te voorspellen en krijgt daarmee controle, wat belangrijk is voor een prooidier.
In de communicatieladders die Rachaël heeft ontwikkeld, zijn alle signalen overzichtelijk gegroepeerd; een handig instrument als je je paard observeert. Het boek bevat ook nuttige adviezen over het verrijken van de omgeving, hersenwerk en hoe je kunt speuren met je paard. Een aanrader!
1. De ontdekking van een taal
Door beeldmateriaal van paarden te maken en te analyseren, ontdekte Rachaël patronen in de signalen die paarden gebruiken. Wil je de communicatie van je paard analyseren, dan bekijk je de gehele situatie, je kijkt en luistert naar de hele context. De communicatie start met een startstimulus van de lichaamssignalen, je paard kan reageren op beweging, geluid of geur. Of op een combinatie daarvan. Paarden communiceren ook naar levenloze dingen, zoals een papiercontainer, of schaduwen en het loeien van een koe.
Rachaël plaatst de verschillende communicatiesignalen in groepen. Elke groep kalmerende signalen heeft zijn eigen assortiment aan signalen. De signalen die een paard in een bepaalde situatie laat zien, weerspiegelt zijn interne gesteldheid. De ervaring met een stimulus kan veranderen door persoonlijke groei en ervaringen die het paard opdoet in identieke situaties. Er is interactie als het paard een reactie krijgt op zijn signalen, de onderlinge communicatie is dan opgestart. Samen met de trigger start hiermee het communicatieve gedrag. Herkenning biedt de mogelijkheid je paard te begeleiden zodat je een hoge spanning en vecht- of vluchtgedrag kunt vermijden. Dit boek geeft je de handvatten om aan je paard te leren zien op welke stimuli hij reageert, zodat je hem helpt om de wereld waarin hij leeft aan te kunnen.
2. Kalmerende signalen
Het doel van kalmerende signalen is om te appeasen (beleefd te zijn) en daarmee een positief leefklimaat te krijgen of te behouden. Paarden leven van nature in kuddes en de communicatieve signalen en vaardigheden die ze gebruiken zorgen voor veiligheid. Daarnaast zorgen ze ook voor kalmering en een verlaging van de spanning bij het paard zelf. In dat geval lijkt het erop dat het paard geen interactie heeft met zijn omgeving.
In het boek benoemt Rachaël de 20 meest voorkomende kalmerende signalen. Paarden variëren hiermee en lijken persoonlijke voorkeuren te hebben in het gebruik van kalmerende signalen. Elk paard reageert op zijn eigen manier om met een situatie om te kunnen gaan.
Om de kalmerende signalen en de daarbij horende spanning in kaart te brengen, heeft Rachaël de communicatieladder ontwikkeld; hoe meer kalmerende signalen, hoe hoger de spanning. Als kalmerende signalen werken, kan het paard in de situatie blijven en kan het paard weer ontspannen.
Het paard zet overspronggedragingen in in situaties waarin hij spanning wil laten afvloeien, maar dat op dat moment niet kan omdat het belemmerd wordt of het gedrag niet past in de context. Het zijn gedragingen die worden ingezet voornamelijk gericht op het paard zelf, om de interne spanning af te laten vloeien.
3. Spanning schemert door kalmerende signalen
Rachaël benoemt twee soorten spanning:
* Acute stress: het paard ervaart een kort moment van spanning, waarvan hij herstelt;
* Chronische stress: het paard bevindt zich in een situatie die hem een langere periode spanning geeft waarvan hij niet herstelt.
Beide soorten spanning starten met een biologische reactie, de hersenen zenden signalen uit naar de bijnieren, die hormonen aanmaken. Het lichaam van het paard maakt zich klaar voor actie. De vervolgactie is dat het lichaam stoffen gaat maken die de eerste reactie stoppen, zodat het lichaam niet uitgeput raakt en kan herstellen van de spanning. Blijft de vervolgactie uit, dan komt het paard niet meer tot ontspanning met alle gevolgen van dien. Zoals een verhoogde kans dat het samenwerken met de mens moeilijker gaat, dat de drempel waarbij het paard angst ervaart lager wordt, en dat er fysieke problemen kunnen ontstaan.
Een paard heeft stimuli nodig om de hersenen positief te prikkelen en celvernieuwing te stimuleren in het geheugen, om geestelijk fit te blijven. Zoek hierin de juiste balans voor je paard en jezelf. Ook in dit deel van het boek bespreekt Rachaël de stresssignalen uitgebreid, met behulp van duidelijke voorbeelden en foto’s. Hoe intenser de schok of de vecht-/vluchtreactie is, hoe langer het herstel van het paard duurt.
4. Geen communicatie
Paarden kunnen om verschillende redenen niet (meer) communiceren met hun omgeving. De interesse voor de stimulus kan weg zijn of het paard kan gewoonten aangeleerd hebben die de plaats ingenomen hebben van de communicatiesignalen. Als reactie op de stimulus kan het paard in zichzelf keren of stereotiep gedrag gaan vertonen als het moeite heeft met een stimulus van buitenaf.
5. Toepassen van kalmerende signalen: hoe helpen we het paard?
In dit deel van het boek krijg je tips voor het gebruik van de kalmerende signalen. De tips zijn bedoeld voor iedereen die met paarden omgaat en ze beter wil leren begrijpen, begeleiden, socialiseren en opleiden. Kom je in een situatie waarin je paard fysiek ongemak ervaart, of in een situatie waarin jij of je paard angstig wordt, schakel dan een dierenarts of een gedragstherapeut in.
Noot van de gedragstherapeut:
Het begrip kalmerende signalen komt uit de hondenwereld en in dit boek worden deze signalen uitgewerkt voor paarden. Het vergt ervaring om de kalmerende signalen te leren herkennen. Is er altijd sprake van communicatie? Of is het kalmerende signaal een reactie op een andere gedraging? Is bijvoorbeeld het kauwen en likken een reactie na het drinken, of een reactie om zichzelf te kalmeren? Het meenemen van de context bij de interpretatie van een kalmerend signaal is nodig. Verder onderzoek kan meer bewijs opleveren, Rachaël geeft in haar boek aan dat haar studie voortdurend is.
Ik vind het een waardevol boek om te lezen, maar zeker ook als naslagwerk. Door in de huid van je paard te kruipen en door zijn ogen te kijken, leer je de signalen van je paard te ‘lezen’ en kun je voorkomen dat een situatie escaleert. Dit bevordert de samenwerking en de relatie tussen het paard en degene die met het paard omgaat. Het paard leert zijn omgeving te voorspellen en krijgt daarmee controle, wat belangrijk is voor een prooidier.
In de communicatieladders die Rachaël heeft ontwikkeld, zijn alle signalen overzichtelijk gegroepeerd; een handig instrument als je je paard observeert. Het boek bevat ook nuttige adviezen over het verrijken van de omgeving, hersenwerk en hoe je kunt speuren met je paard. Een aanrader!
Pijn en disfunctioneren van de ruggengraat van paarden. Onderzoek naar ziekteleer, diagnose en behandelingsmogelijkheden.
samenvatting van dit onderzoek door drs. Laura Venema, Tinley-gedragstherapeut voor paarden

Veel paarden lijden aan een vorm van nek- en rugpijn. Het is daarom een onderwerp dat steeds meer aandacht vraagt van zowel ruiters als trainers en dierenartsen. En meer kennis over het onderwerp is nodig. Veel paarden met pijn laten dit nauwelijks zien, maar tonen bijvoorbeeld achterblijvende prestaties. Andere paarden uiten zich juist meer expressief in het tonen van pijn. Het blijft daarom van groot belang dat we letten op de signalen die op pijn kunnen duiden.
Zoals we in de vorige TINFO Paard al bespraken, is pijn bij paarden iets waar we erg zorgvuldig mee om dienen te gaan. In dit onderzoek naar rugpijn worden de meest huidige inzichten besproken als het gaat om pijn en disfunctioneren van de ruggengraat bij paarden. Op deze manier verschaft dit artikel informatie over ziekteleer, diagnoses die een rol kunnen spelen en mogelijke therapieën. Het artikel gaat gedetailleerd in op de verschillende uitingsvormen, diagnoses en therapieën. Daarmee verschaft het artikel een grote berg aan kennis. In deze bespreking licht ik enkel de hoofdpunten eruit. Voor wie verdere interesse heeft, raad ik sterk aan het hele artikel te lezen.
Verschillende soorten pijn
Bij veel paarden met achterblijvende prestaties is er sprake van een vorm van pijn of disfunctioneren van de ruggengraat. In de praktijk blijft het echter voor veel dierenartsen of therapeuten moeilijk te achterhalen welke structuren rondom de ruggengraat zijn aangetast. Wat voor nu bekend is, is er bij rugpijn of disfunctioneren sprake van verschillende mogelijke soorten pijn of een combinatie van soorten.
Verschillende uitingsvormen van pijn en disfunctioneren
Hoewel sommige paarden met aantoonbaar disfunctioneren en pijn nauwelijks signalen afgeven, hebben de onderzoekers toch een opsomming kunnen maken met mogelijke kenmerken die je kunt waarnemen wanneer je paard pijn heeft of lijdt aan een disfunctioneren van de ruggengraat. De onderzoekers hebben dit onderverdeeld in meerdere ‘stappen’ voor onderzoek:
* Klinische uiting: Paarden met pijn kunnen zichtbaar ongemak aangeven bij aanraking of wanneer er buigingen in de hals worden gevraagd, bij stretchoefeningen of zelfs bij dagelijkse routines als grazen. Paarden met disfunctioneren zonder directe pijn, uiten hun ongemak vaak meer subtiel in vermijdingsgedrag. Deze paarden zijn vaker stijf, of lijken moeilijk te willen en kunnen buigen in de hals, vallen naar binnen of hangen op de teugels. Wat bij zowel pijn als disfunctioneren regelmatig voorkomt, is een plotselinge gedragsverandering; deze paarden kunnen sneller gaan schrikken of in het algemeen angstiger worden. Ook kan hypersensitief gedrag ontstaan, waarbij een paard al last heeft van borstelen of aanraking en zodoende dit probeert te vermijden en zich moeilijker laat pakken/vangen.
* Observatie: Er kan veel afgelezen worden aan de halspositie in rust in verhouding tot de positie van het hoofd, de romp en de ledematen. Het artikel gaat hier verder op in met verschillende voorbeelden.
* Lichamelijk onderzoek in de vorm van oppervlakkige tot diepe palpatie: Er worden specifieke methodes aangeraden in het artikel.
* Analyse van de beweeglijkheid van de ruggengraat: hierbij worden zowel passieve als actieve bewegingen bekeken.
* Beoordeling van de gangen: Aan de gangen van een paard valt veel af te lezen. Zo wordt er op de eerste plaats gelet op kreupelheden. Maar ook subtiele onregelmatigheden kunnen duiden op rugproblemen.
Oorzaken van pijn en disfunctioneren
Grofweg kan een onderscheid gemaakt worden tussen oorzaken die liggen in de benige structuren, oorzaken in het zachte weefsel en oorzaken in het zenuwstelsel.
Hoe zijn pijn en disfunctioneren te diagnosticeren?
Om tot een diagnose te komen, zijn momenteel zes mogelijkheden het meest gebruikelijk:
Behandelingsmogelijkheden
De onderzoekers beschrijven vier mogelijke behandelingen:
Met bovenstaand artikel wordt een heel brede en uitgebreide samenvatting gegeven van wat er op dit moment leidend is in het onderzoek naar rugpijn en rugproblemen van paarden. Het brengt aan het licht dat veel rugpijn en disfunctioneren over het hoofd wordt gezien, juist door de uiterst subtiele signalen die paarden tonen. Volgens de onderzoekers is het daarom van groot belang dat we kijken naar de gezichtsuitdrukking en houding van het paard. Verder dienen we de geschiedenis van het dier mee te nemen, het paard te palperen in stand en beweging en uiterst goed te letten op subtiele gedragingen van het dier.
Gelukkig is er veel interesse in het onderwerp en het onderzoek naar rugpijn staat niet stil. En dat is goed, want om tot duidelijke diagnoses te komen is meer kennis nodig, zowel qua ziekteleer als onderzoeksmogelijkheden. Enkel op die manier kunnen effectieve behandelingen worden ingezet. Hierdoor kunnen we meer gaan betekenen voor paarden met pijn en om in de toekomst pijn eerder te voorkomen door verhoging van souplesse en versterking van de ruggengraat.
‘Equine Cervical Pain and Dysfunction: Pathology, Diagnosis and Treatment’
van Story, M. R., Haussler, K. K., Nout-Lomans, Y. S., Aboullail, T. A., Kawcak, C. E., Barrett, M. F., Frisbie, D. D. en McLlwraith, C. W.,
zoals gepubliceerd in: Animals 2021, 11, 422
Zoals we in de vorige TINFO Paard al bespraken, is pijn bij paarden iets waar we erg zorgvuldig mee om dienen te gaan. In dit onderzoek naar rugpijn worden de meest huidige inzichten besproken als het gaat om pijn en disfunctioneren van de ruggengraat bij paarden. Op deze manier verschaft dit artikel informatie over ziekteleer, diagnoses die een rol kunnen spelen en mogelijke therapieën. Het artikel gaat gedetailleerd in op de verschillende uitingsvormen, diagnoses en therapieën. Daarmee verschaft het artikel een grote berg aan kennis. In deze bespreking licht ik enkel de hoofdpunten eruit. Voor wie verdere interesse heeft, raad ik sterk aan het hele artikel te lezen.
Verschillende soorten pijn
Bij veel paarden met achterblijvende prestaties is er sprake van een vorm van pijn of disfunctioneren van de ruggengraat. In de praktijk blijft het echter voor veel dierenartsen of therapeuten moeilijk te achterhalen welke structuren rondom de ruggengraat zijn aangetast. Wat voor nu bekend is, is er bij rugpijn of disfunctioneren sprake van verschillende mogelijke soorten pijn of een combinatie van soorten.
Verschillende uitingsvormen van pijn en disfunctioneren
Hoewel sommige paarden met aantoonbaar disfunctioneren en pijn nauwelijks signalen afgeven, hebben de onderzoekers toch een opsomming kunnen maken met mogelijke kenmerken die je kunt waarnemen wanneer je paard pijn heeft of lijdt aan een disfunctioneren van de ruggengraat. De onderzoekers hebben dit onderverdeeld in meerdere ‘stappen’ voor onderzoek:
* Klinische uiting: Paarden met pijn kunnen zichtbaar ongemak aangeven bij aanraking of wanneer er buigingen in de hals worden gevraagd, bij stretchoefeningen of zelfs bij dagelijkse routines als grazen. Paarden met disfunctioneren zonder directe pijn, uiten hun ongemak vaak meer subtiel in vermijdingsgedrag. Deze paarden zijn vaker stijf, of lijken moeilijk te willen en kunnen buigen in de hals, vallen naar binnen of hangen op de teugels. Wat bij zowel pijn als disfunctioneren regelmatig voorkomt, is een plotselinge gedragsverandering; deze paarden kunnen sneller gaan schrikken of in het algemeen angstiger worden. Ook kan hypersensitief gedrag ontstaan, waarbij een paard al last heeft van borstelen of aanraking en zodoende dit probeert te vermijden en zich moeilijker laat pakken/vangen.
* Observatie: Er kan veel afgelezen worden aan de halspositie in rust in verhouding tot de positie van het hoofd, de romp en de ledematen. Het artikel gaat hier verder op in met verschillende voorbeelden.
* Lichamelijk onderzoek in de vorm van oppervlakkige tot diepe palpatie: Er worden specifieke methodes aangeraden in het artikel.
* Analyse van de beweeglijkheid van de ruggengraat: hierbij worden zowel passieve als actieve bewegingen bekeken.
* Beoordeling van de gangen: Aan de gangen van een paard valt veel af te lezen. Zo wordt er op de eerste plaats gelet op kreupelheden. Maar ook subtiele onregelmatigheden kunnen duiden op rugproblemen.
Oorzaken van pijn en disfunctioneren
Grofweg kan een onderscheid gemaakt worden tussen oorzaken die liggen in de benige structuren, oorzaken in het zachte weefsel en oorzaken in het zenuwstelsel.
Hoe zijn pijn en disfunctioneren te diagnosticeren?
Om tot een diagnose te komen, zijn momenteel zes mogelijkheden het meest gebruikelijk:
- Röntgenfoto - geeft een goede indicatie maar mist soms wel bepaalde detaillering;
- Onderzoek door middel van een echo kan vervolgens meer inzicht geven;
- Nucleaire scintigrafie;
- 3D-beeldvorming;
- Elektromyografie;
- Kijkoperatie.
Behandelingsmogelijkheden
De onderzoekers beschrijven vier mogelijke behandelingen:
- Medicatie;
- Fysieke training en therapie;
- Lokale, specifieke inzet van medicatie;
- Operatie.
Met bovenstaand artikel wordt een heel brede en uitgebreide samenvatting gegeven van wat er op dit moment leidend is in het onderzoek naar rugpijn en rugproblemen van paarden. Het brengt aan het licht dat veel rugpijn en disfunctioneren over het hoofd wordt gezien, juist door de uiterst subtiele signalen die paarden tonen. Volgens de onderzoekers is het daarom van groot belang dat we kijken naar de gezichtsuitdrukking en houding van het paard. Verder dienen we de geschiedenis van het dier mee te nemen, het paard te palperen in stand en beweging en uiterst goed te letten op subtiele gedragingen van het dier.
Gelukkig is er veel interesse in het onderwerp en het onderzoek naar rugpijn staat niet stil. En dat is goed, want om tot duidelijke diagnoses te komen is meer kennis nodig, zowel qua ziekteleer als onderzoeksmogelijkheden. Enkel op die manier kunnen effectieve behandelingen worden ingezet. Hierdoor kunnen we meer gaan betekenen voor paarden met pijn en om in de toekomst pijn eerder te voorkomen door verhoging van souplesse en versterking van de ruggengraat.
‘Equine Cervical Pain and Dysfunction: Pathology, Diagnosis and Treatment’
van Story, M. R., Haussler, K. K., Nout-Lomans, Y. S., Aboullail, T. A., Kawcak, C. E., Barrett, M. F., Frisbie, D. D. en McLlwraith, C. W.,
zoals gepubliceerd in: Animals 2021, 11, 422
Wil jij nu ook een gratis abonnement op de TINFO- Paard? Schrijf je dan snel in en je hoeft geen nummer meer te missen.